GEDACHTENSPINSELS
EEN KRAS OP MIJN ZIEL
Levensbeschouwelijk & Kritisch
Wonderment and Confusion
Not knowing characterizes the deepest being of our existence. It is the most destructive force in our being. Not knowing is not easy to understand, let alone to grasp deeply. Man is the only living being on earth who lives in and fights against his intrinsic uncertainty. An uncertainty that at the beginning feels like a warm and pleasant bath. There is so much to discover, so much to learn, so much to understand. The beginning human being lives in an intoxication of wonder. Everything is explained and clarified. At the same time, the first restrictions are imposed, fences placed, walls erected, values planted, and standards imposed. An inevitable process of socialization and conditioning. The absolutely free spirit does not exist; it cannot exist either. Ab initio not because there are no or insufficient concepts to make the mind think about 'being', then not, because these concepts do exist. The mind cannot detach itself from the concepts that define it. The mind is its own prisoner and cannot step outside itself. In all its attempts at the 'great understanding' it comes up against an imaginary, invisible glass ceiling. But the mind does have the notion that there should be 'something' on the other side of that ceiling. A 'something' that cannot be caught in the concepts that the mind knows. That this 'being' could be an inexplicable phenomenon is not accepted by the mind...
---
Verwondering en Verwarring
Het niet-weten kenmerkt het diepste wezen van ons bestaan. Het is de meest destructieve kracht in ons ‘zijn’. Het niet-weten laat zich niet makkelijk kennen, laat staan ten diepste vatten. De mens is het enige levende wezen op aarde dat leeft in en vecht tegen zijn intrinsieke onzekerheid. Een onzekerheid die aan het begin aanvoelt als een warm en aangenaam bad. Er is zoveel te ontdekken, zoveel te leren, zoveel te begrijpen. De beginnende mens leeft in een roes van verwondering. Alles wordt uitgelegd en toegelicht. Tegelijkertijd worden de eerste beperkingen aangebracht, hekjes geplaatst, muren opgetrokken, waarden geplant en normen opgelegd. Een onvermijdelijk proces van socialisering en conditionering. De absoluut vrije geest bestaat niet; kan ook niet bestaan. Ab initio niet omdat er geen of onvoldoende begrippen zijn om de geest te laten nadenken over het ‘zijn’, daarna niet, omdat die begrippen er wél zijn. De geest kan zich niet losmaken van de begrippen die hem definiëren. De geest is zijn eigen gevangene en kan niet buiten zichzelf treden. Hij stuit bij al zijn pogingen tot het ‘grote begrijpen’ op een denkbeeldig, onzichtbaar glazen plafond. Maar de geest bezit wel de notie dat er aan de andere kant van dat plafond toch wel ‘iets’ zou moeten zijn. Een ‘iets’ dat zich niet in de begrippen die de geest kent laat vangen. Dat het ‘zijn’ een onverklaarbaar fenomeen zou kunnen zijn wordt door de geest niet geaccepteerd.
.